Met dit recept kan je zelf krokante en luchtige kibbeling bakken. De truc voor een luchtig beslag is water met prik en bakpoeder.
Wij als Hollanders zijn gek op deze heerlijke vis snack. Kibbeling werd oorspronkelijk gemaakt van vis resten. Vooral de wangetjes van de kabeljauw werden hiervoor gebruikt. Tegenwoordig eten we zo veel kibbeling dat het niet meer van de wangen gemaakt kan worden. De kabeljauw is ook schaarser, dus prijziger. Daarom gebruiken we veel goedkopere stukken witvissen zoals pollak, heek, schelvis, wijting en koolvis .
Ingredienten
- Kabeljauw filet of een andere witvis 300 gram ongeveer 3 porties
- Tarwebloem 45 gram + extra voor het paneren van de vis
- Water met prik 90 ml
- Viskruiden (zonder zout) 2 tl
- Bakpoeder 1/2 tl
- Fritessaus (of Mayonaise) 3 el (zoutwijzer)
- Magere yoghurt (of kwark) 3 el
- Kerriepoeder 2 tl
- Frituurolie voldoende om een (frituur)pan te vullen
Bereiding
- Mix de magere yoghurt met de fritessaus en de kerriepoeder.
- Snij de vis in blokjes van ongeveer 5 cm.
- Verhit de olie in de (frituur)pan tot 180 graden celsius.
- Zeef het bloem in een kom.
- Voeg ook het bakpoeder en viskruiden toe aan het bloem. Mix alles goed.
- Voeg geleidelijk het water met prik toe.
- Roer alles goed tot er geen klonten zijn.
- Doe wat bloem op een bord.
- Bedek een kabeljauw filet met het bloem.
- Klop het overtollige bloem af.
- Dompel deze filet onder in het beslag.
- Doe de filet meteen in de, tot 180 graden celsius, verhitte frituurpan.
- Bak deze goudbruin.
- Laat de gebakken kibbeling uitlekken op wat keukenpapier.
- Serveer de kibbeling met de kerriesaus.
Eet smakelijk
